- De gemiddelde leeftijd waarop werknemers met pensioen gaan bedroeg vorig jaar 66 jaar en een maand.
- Dat is volgens het CBS ruim twee maanden hoger dan in 2023.
- In het openbaar bestuur, zorg en onderwijs stoppen mensen het vroegst met werken en in de landbouw, bosbouw en visserij en overige dienstverlening juist het laatst.
- Lees ook: Wanneer krijg je AOW, als je nu tussen de 25 en 61 bent? Bekijk het overzicht
De gemiddelde leeftijd waarop werknemers met pensioen gaan bedroeg vorig jaar 66 jaar en een maand, blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dat is ruim twee maanden hoger dan in 2023.
De gemiddelde feitelijke pensioenleeftijd loopt sinds 2013 ongeveer gelijk op met de stijgende AOW-leeftijd. In de praktijk stoppen de meesten werknemers iets eerder met werken dan de officiële leeftijd waarop ze recht hebben op de AOW-uitkering.
2 op 5 werknemers gaat met pensioen op 67-jarige leeftijd
In 2024 is de AOW-leeftijd verhoogd naar 67 jaar en daardoor was vorig jaar een groter deel van de werknemers 67 jaar op het moment dat ze met pensioen gingen dan het jaar ervoor: 40 procent in 2024, tegen 6 procent in 2023.
In 2024 was in totaal 77 procent van de werknemers 65 jaar of ouder toen ze met pensioen gingen, terwijl dat tien jaar eerder 47 procent was en twintig jaar eerder slechts 12 procent.
In 2004 ging zelfs drie kwart van de werknemers al voor hun 62ste met pensioen, maar de toen geldende vroegpensioenregelingen zijn na 2006 grotendeels afgeschaft. Vorig jaar stopte nog slechts 5 procent van de werknemers voor hun 62ste met werken
Met pensioen: ambtenaren stoppen vroegst met werken
Er zijn wel verschillen tussen bedrijfstakken. In 2024 gingen mensen werknemers in het openbaar bestuur met een gemiddelde leeftijd van 65,3 jaar het vroegst met pensioen. Ook in de zorg, bouw en het onderwijs gaan mensen relatief vroeg met pensioen. In de overige dienstverlening, landbouw, bosbouw en visserij juist relatief laat.
